Telefoonnummer: 0418-581250
opener
  • Spoed
  • Praktijkinfo
    • Afspraak maken óf uw afspraak afzeggen
    • Assistentes
    • Bloedprikken
    • Dekra Certificering
    • Huisbezoek
    • Medewerkers
    • Praktijkondersteuners
    • Rijbewijskeuringen
    • Verwijzingen
    • Overige informatie
  • Uw zorg online
    • OPEN – dossier inzage
    • PGO
  • Apotheek
    • Kijksluiter
  • Formulieren
    • Contactformulier
    • Privacyreglement
    • Medische verklaring
    • Ik geef toestemming
    • Heeft u een klacht?
      • Klachtenformulier
    • Inschrijven
      • Inschrijfformulier
      • Uitschrijfformulier
  • Huisartskliniek
    • Echografie & Barbotage
    • Cosmetische Kliniek Herwijnen
  • Zelftests
  • Home
open form
  • Home
  • Afspraak
  • Ooglidcorrecties
  • Direct naar online patiëntportaal

Stoppen met roken

Dat roken ongezond is, weet u natuurlijk al. Stoppen met roken is goed voor uw gezondheid. Wanneer u stopt, merkt u al snel de voordelen:

  • uw conditie gaat vooruit;
  • u hebt meer lucht en kunt gemakkelijker ademen;
  • u voelt zich frisser en fitter;
  • uw huid en haar zien er beter uit;
  • u proeft en ruikt beter;
  • uw stem klinkt beter;
  • uw rokershoest verdwijnt;
  • u bent minder vaak verkouden;
  • u bespaart geld.

Mensen zijn bovendien vaak trots op zichzelf als het stoppen is gelukt. Zij vinden zichzelf een goed voorbeeld voor hun kinderen. Kinderen die in een rookvrij huis wonen, hebben minder vaak last
van verkoudheid, oorontsteking en hoesten.

Stoppen met roken is moeilijk. Daarom is het belangrijk dat u dit goed voorbereidt. Denk van tevoren na over wat voor uzelf de voordelen zijn van stoppen. Wat wilt u graag? Bedenk ook wat u
moeilijk vindt aan stoppen. Dan kunt u van tevoren al oplossingen bedenken voor de moeilijke situaties. Misschien helpt het om eerst de informatie te lezen en de tests te doen op de site van STIVORO,
www.stivoro.nl/hulpvanhuisarts. STIVORO is de Nederlandse organisatie voor voorlichting over de gezondheidsrisico’s van
roken.

Als u meer dan tien sigaretten per dag rookt, lukt het misschien beter om te stoppen als u daar hulpmiddelen bij gebruikt. Er zijn middelen waarmee u nicotine binnenkrijgt. Hiermee kunt u eerst
wennen aan een leven zonder roken, terwijl uw lichaam nog wel nicotine binnenkrijgt. Daarna vermindert u pas de hoeveelheid nicotine. Mensen die al vaker zijn gestopt en weten dat zij enorm naar
roken blijven verlangen, kunnen overwegen medicijnen te gebruiken om de rookbehoefte en de ontwenningsverschijnselen te verminderen. Kijk voor een volledig overzicht van de medicijnen op www.stopeffectief.nl.

Als u overweegt om te stoppen met roken, is het goed om eens met uw huisarts te gaan praten. Uw huisarts zal u graag helpen bij het stoppen en u adviseren over hulpmiddelen. Sommige huisartsen
hebben een praktijkondersteuner die u bij stoppen met roken kan begeleiden. Het is al veel mensen gelukt om met hulp van de huisarts te stoppen.

Lees voor meer informatie de NHG-Patiëntenbrieven ‘Overwegen stoppen met
roken
’, ‘Voorbereiden stoppen met roken’ en ‘Adviezen en hulpmiddelen’.

[Bron: Nederlands Huisartsen Genootschap, juni 2007]

Patiëntenbelangen

Recent onderzoek door TNS-Nipo laat zien dat een op de drie mensen niet weet wat hun rechten zijn als ze in conflict komen met een zorgverlener.
KiesBeter, het nieuwe gezondheidsportaal van de overheid, biedt informatie over patiëntenrechten en patiëntenorganisaties, maar ook over organisaties die u kunnen adviseren. Via een lijst
met trefwoorden kunt u als patiënt heel eenvoudig informatie krijgen over de betreffende organisaties. Verder vindt u op de site informatie over onder andere diverse relevante wetten,
inzagerecht in dossiers en toestemming voor behandeling.
Kijkt u op www.kiesbeter.nl/patientenbelangen.

Bron: KiesBeter, oktober 2005

Meldpunt Medicijnen

Vanaf nu kunt u opvallende ervaringen met uw medicijnen rechtstreeks melden op het digitale Meldpunt Medicijnen. Het Meldpunt Medicijnen is een samenwerking van DGV, Nederlands instituut voor
verantwoord medicijngebruik, vier patiëntenorganisaties, de Consumentenbond en de Wetenschapswinkel Geneesmiddelen Utrecht. U vindt het Meldpunt Medicijnen op www.meldpuntmedicijnen.nl.

Bij het meldpunt worden ervaringen van medicijngebruikers, zowel positieve als negatieve, systematisch verzameld en geanalyseerd. Patiënten- en consumentenorganisaties kunnen de informatie op
de site bijvoorbeeld gebruiken om hun leden beter voor te lichten over de voor- en nadelen van bepaalde medicijnen, inclusief verpakkingen en informatie in de bijsluiters. De resultaten kunnen ook
worden gebruikt om voorschrijvers van geneesmiddelen, bijvoorbeeld huisartsen en specialisten te informeren en om fabrikanten of de overheid aan te spreken op bepaalde aspecten van medicijnen.

Met welke vragen en opmerkingen kunt u bijvoorbeeld op het meldpunt terecht? Een paar voorbeelden: ‘Ik krijg de verpakking van middel X niet open omdat ik reuma heb.’ ‘Nu dit
middel niet meer vergoed wordt, krijg ik een ander middel voorgeschreven dat veel zwaarder is en daar ben ik niet blij mee.’ ‘Het merkloze middel Y geeft bij mij minder bijwerkingen dan
het merkgeneesmiddel.’ ‘Middel Z werkt helemaal niet, en middel A dat wel werkte is van de markt gehaald.’

Bron: Nederlands Huisartsen Genootschap, mei 2004

Amandelen ‘knippen’: helpt dat?

Het verwijderen van de neus- en keelamandelen bij kinderen die milde klachten hebben helpt niet. Dit blijkt uit een Utrechts onderzoek onder 300 kinderen.
In Nederland worden jaarlijks bij ongeveer 35.000 kinderen de neus- en keelamandelen ‘geknipt’. Dit is een van de meest uitgevoerde operaties bij kinderen. De belangrijkste redenen om de
keelamandelen te verwijderen zijn herhaalde keelontstekingen en moeilijk kunnen slikken. Bij neusamandelen zijn dit verkoudheden, ademhalingsproblemen en snurken. Vaak worden bij de operatie bij
kinderen zowel de keel- als neusamandelen verwijderd.
Artsen zijn het erover eens dat het verwijderen van de amandelen zinvol is bij kinderen die ernstige klachten hebben van keelontstekingen of van moeilijkheden met de ademhaling tijdens de slaap door
vergrote amandelen.
Tot nu toe was nog onbekend of kinderen met milde klachten ook baat hebben bij het verwijderen van de amandelen, dat wil zeggen of zij na de operatie minder klachten hebben.
Om vast te stellen of de operatie helpt, is in 2000 in Utrecht een onderzoek gestart. Driehonderd kinderen die in aanmerking kwamen voor het knippen van de neus- en keelamandelen – vanwege milde
klachten van keelontstekingen, verkoudheden of snurken – werden thuis bezocht. Deze kinderen werden (door loting) verdeeld over twee groepen: de ene groep werd binnen zes weken geopereerd, de andere
groep werd niet geopereerd. De beide groepen werden gedurende twee jaar gevolgd. In die twee jaar hielden de ouders een dagboek bij over de klachten van hun kind en namen zij dagelijks de temperatuur
van hun kind op. 
Over de hele periode van twee jaar bleken de beide groepen kinderen nauwelijks te verschillen wat betreft het aantal keelontstekingen en verkoudheden. Ook hadden zij evenveel (of even weinig)
klachten over het slikken en snurken.
De onderzoekers concluderen dat het verwijderen van de neus- en keelamandelen bij kinderen met milde klachten weinig voordeel oplevert in vergelijking met niet opereren.
Bij kinderen met milde klachten wordt een operatie afgeraden. Het Nederlands Huisartsen Genootschap (de wetenschappelijke vereniging van huisartsen) adviseert alleen een keelamandel-operatie te
overwegen als er meer dan drie maal per jaar een ernstige keelinfectie optreedt. Deze adviezen sluiten aan op dit Utrechtse onderzoek.
Kijk hier voor meer informatie over Amandelen kind (Nederlandse
Vereniging van Keel-, Neus- en Oorheelkunde)
Of lees de NHG-Patiëntenbrief Keelpijn

Bron: Nederlands Huisartsen Genootschap, oktober 2004

Vaccinaties

Daardoor vergeten we bijna dat ze vroeger veel leed veroorzaakten. Die tijd is gelukkig voorbij, maar nog steeds is het belangrijk dat bijna alle kinderen worden gevaccineerd. In Nederland is dat het
geval bij meer dan 95% van de kinderen. Een hoog percentage is belangrijk om de infectieziekten buiten de deur te houden. Als er namelijk veel ongevaccineerde kinderen en volwassenen zijn, kunnen
ronddwalende ziektekiemen vatbare mensen besmetten. Maar als meer dan 90% van de kinderen en volwassenen is ingeënt wordt de mogelijke verspreiding door die overige 10% geneutraliseerd door de
90% eromheen. Dat effect heet groepsimmuniteit.
Ziekten kunnen dan ook weer opduiken via mensen die terugkomen van reizen naar landen waar deze ziekten nog volop heersen. Alleen als een infectieziekte wereldwijd is uitgeroeid, vervalt de noodzaak
van vaccinatie. Dat is het geval met pokken. Die ziekte heeft eeuwenlang grote epidemieën veroorzaakt waarbij miljoenen mensen zijn overleden. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) heeft in 1980
de wereld pokkenvrij verklaard. Sindsdien wordt tegen deze ziekte niet meer ingeënt. Datzelfde hoopt de WHO in 2010 te bereiken met polio.

Epidemieën
Wat kan gebeuren als vaccinatie achterwege blijft, valt op te maken uit een ervaring in Zweden. Daar stopte in 1979 de vaccinatie tegen kinkhoest. Dat ging
drie jaar goed, maar daarna steeg het aantal kinkhoestgevallen explosief. In 1983 en 1985 braken zelfs epidemieën uit. Het aantal kinkhoestgevallen bij kinderen onder de 6 jaar nam toe van 700
gevallen per 100.000 kinderen in 1981 tot 3.200 gevallen per 100.000 kinderen in 1985. In Nederland kwam in 1999/2000 een mazelenepidemie voor. Van de mensen die besmet raakten, had 94% zich niet
tegen deze ziekte laten vaccineren. De epidemie kostte aan drie kinderen het leven.

Antistoffen en afweercellen
Vaccineren helpt het immuunsysteem van een kind. Het zorgt ervoor dat het lichaam op gecontroleerde wijze antistoffen en afweercellen aanmaakt
tegen de ziekmakers. Het lichaam doet dat ook als een kind de echte ziekte krijgt, maar de risico´s zijn dan veel groter. Bij zo’n natuurlijk opgelopen besmetting is het afwachten hoe
ernstig de infectie is en welke gevolgen die zal hebben. Kinkhoest bijvoorbeeld, is voor kinderen een uitputtingsslag en sommige kinderen overleven de ziekte niet.

Meer informatie kunt u vinden op de website van het Rijksvaccinatieprogramma, www.rvp.nl. U vindt hier ook informatie in zestien verschillende talen!

Bron: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, maart 2005

Ziekenhuizen vergelijken

Als u een ingreep of behandeling moet ondergaan kunt u zelf bepalen naar welk ziekenhuis u gaat. Vanaf vandaag kan iedereen ziekenhuizen vergelijken op de website KiesBeter.nl.

Etalagegegevens
De website biedt etalage-informatie van elke afzonderlijke ziekenhuislocatie in Nederland. Dat wil zeggen: gegevens over de specialismen en voorzieningen die
terplekke worden aangeboden. Als u bijvoorbeeld een heupoperatie moet ondergaan kunt u aangeven binnen welke afstand u een ziekenhuislocatie zoekt met dit specialisme. Vervolgens kunt u de selectie
verfijnen door extra criteria op te geven. Als u suikerpatiënt bent kunt u de selectie verder inperken tot ziekenhuislocaties met speciale diabeteszorg. Of u kiest een ziekenhuis waar uw
partner, als hij/zij ’s avonds na een drukke werkdag bij u op bezoek komt, met u mee kan eten.

Uitbreiding
De etalagegegevens zijn verzameld door de Consumentenbond, maar de ziekenhuizen onderhouden ze verder zelf. De actualiteit is daardoor optimaal gewaarborgd. De
etalage-informatie vormt de eerste stap op weg naar een complete keuzesite voor ziekenhuizen. De website wordt de komende tijd uitgebreid met wachttijden, tarieven, prestatiegegevens en
patiëntentevredenheid. Kijk dus eens rond op KiesBeter.nl, ook voor informatie over medicijnkosten en verzekeringen.

Bron: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, maart 2005

Bewegen helpt bij lage-rugpijn

Bij hevige pijn zijn bepaalde houdingen en bewegingen soms niet meer mogelijk.  ‘Gewone’ lage-rugpijn wil zeggen dat er geen aanwijzingen zijn voor een hernia, ziekte, afwijking of
beschadiging als oorzaak van de pijn. Gewone lage-rugpijn komt vaak voor en gaat vanzelf over. Hoe lage-rugpijn ontstaat, is niet duidelijk. Mogelijk komt het door overbelasting van de rug of door
een verkeerde beweging.

Adviezen
Blijf bewegen en probeer uw dagelijkse bezigheden voort te zetten, ook al hebt u pijn. Pijn laag in de rug bij bewegen betekent niet dat bewegen schadelijk is of dat er een ernstige oorzaak is.
Wanneer u zich zorgen maakt over de pijn, heeft u er meer last van en dat kan het herstel vertragen.
Warmte (bijvoorbeeld een kruik) op de pijnlijke plek wordt vaak prettig gevonden. Blijf niet de hele dag in bed, want dan verzwakken uw spieren. Het is dan extra moeilijk om weer in beweging te
komen. Probeer uw activiteiten geleidelijk weer op te pakken, ook als de pijn nog niet geheel is verdwenen. Als u dat niet goed lukt, kunnen we u op de praktijk nuttige en praktische aanwijzingen
geven. Dan maken we een stappenplan en spreken we af binnen welke termijn u welke activiteiten weer gaat oppakken. Een fysiotherapeut kan u hierbij zo nodig begeleiden.

Medicijnen
Medicijnen of fysiotherapie kunnen het herstel niet versnellen. Pijnstillers helpen wel om te blijven bewegen. Als u pijnstillers voor de rugpijn gebruikt, kunt u die het beste op vaste tijden
innemen, ook al heeft u op dat moment even geen pijn. Neem de pijnstillers gedurende een aantal dagen en kijk daarna of u geleidelijk aan weer zonder kunt. Gebruik bij voorkeur paracetamol. Als dat
niet helpt, zijn er andere middelen, zoals ibuprofen of diclofenac. Deze laatste twee pijnstillers kunnen bijwerkingen hebben zoals maagpijn en misselijkheid. Medicijnen die de spieren verslappen,
hebben geen zin.

Röntgenfoto of scan
Bij lage-rugpijn levert een röntgenfoto of scan geen bruikbare informatie op. Ze kunnen juist verwarring geven omdat eventuele afwijkingen op de foto (die ook bij mensen zonder rugpijn kunnen
voorkomen) soms onterecht als oorzaak van de pijn worden gezien.

Hoe gaat het verder?
Lage-rugpijn gaat meestal vanzelf over. De ergste pijn verdwijnt vaak binnen één tot twee weken. Zelfs hardnekkige rugklachten genezen over het algemeen binnen zes weken.

Wanneer contact opnemen?
Neem contact op met de praktijk:
• als u niet zeker weet of het ‘gewone’ lage-rugpijn is; 
• als het na enkele dagen niet beter maar juist slechter gaat;
• als de pijn na een week nog steeds hevig is;
• als bewegen na een week nog onvoldoende lukt.
U moet ook bellen als:
• de pijn uitstraalt tot onder de knie;
• de kracht in uw been vermindert;
• het gevoel in uw been vermindert;
• u problemen krijgt met plassen.

Lees voor meer informatie de NHG-Patiëntenbrieven over Lage-rugpijn en Tips bij lage-rugpijn.
Kijk ook eens op www.werkendlichaam.nl.

Bron: Nederlands Huisartsen Genootschap, april 2005

Betrouwbare informatie over kanker

Het portaal www.kanker.info biedt een oplossing voor dit probleem. Het bevat een selectie van links naar Nederlandstalige webpagina’s over kanker, die zijn
geselecteerd op basis van vier toetsingscriteria: betrouwbaarheid, actualiteit, meerwaarde en toegankelijkheid.
Het portaal is opgezet door KWF Kankerbestrijding, de Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties (NFK) en de Vereniging van Integrale Kankercentra (VIKC) en is bedoeld voor mensen met
kanker, hun naasten en zorgverleners. De redactie bestaat uit zowel inhoudsdeskundigen van deze organisaties als vrijwilligers van de patiëntenorganisaties.

Eenvoudig zoeken
U kunt snel en eenvoudig zoeken op een combinatie van kankersoort en thema, zoals ‘vroege opsporing’, ‘behandeling’ of ‘leven met kanker’. Ook kan gezocht worden
op trefwoord. De belangrijkste Nederlandstalige informatie over kanker is hiermee toegankelijk gemaakt op één adres.
Het portaal biedt niet alleen informatie over kanker; het kan ook een hulpmiddel zijn bij de communicatie tussen patiënten en zorgverleners. Als patiënt heeft u bijvoorbeeld toegang tot de
behandelrichtlijnen en artsen kunnen zien welke informatie er voor patiënten beschikbaar is. Kijk dus op www.kanker.info!

Bron: Vereniging van Integrale Kanker Centra, mei 2005

Voorkom soa: vrij veilig

U kunt een soa hebben zonder dat u er iets van merkt. U kunt dan ook ongemerkt een ander hiermee besmetten. Sommige soa hebben ernstige gevolgen als ze niet op tijd worden behandeld. Gelukkig zijn de
meeste soa goed te behandelen als u er op tijd bij bent.
Soa krijg je niet door uit het kopje van een ander te drinken, en ook niet via een hoestbui, insectenbeten, een zwembad of een wc-bril.

Verhoogde kans op soa
Per jaar lopen in Nederland ruim honderdduizend mensen een soa op en dat aantal neemt nog steeds toe. Sommige soa komen in bepaalde groepen vaker voor dan in andere. We noemen dit
risicogroepen:
• jongvolwassenen met heteroseksuele contacten;
• mensen met veel wisselende seksuele contacten, of die al een soa hebben (gehad);
• mensen met homo- of biseksuele contacten;
• mensen die in de prostitutie werken en hun klanten;
• mensen die drugs spuiten;
• mensen uit landen waar aids veel voorkomt;
• mensen die al een soa hebben (gehad);
• mensen met een partner uit een risicogroep.

Veilig vrijen
Veilig vrijen is de beste manier om soa te voorkomen. Het gaat erom contact tussen de slijmvliezen van de penis, vagina, anus en mond te vermijden. Tongzoenen
en elkaar met de vingers bevredigen is over het algemeen veilig, maar zorg dat er geen (menstruatie)bloed, sperma (of vocht dat voor het klaarkomen uit de penis komt) of vaginaal vocht op het
slijmvlies van de ander komt, want dat verhoogt de kans op overdracht van soa. Gebruik bij vaginale en anale seks (contact tussen penis en anus) of bij het uitwisselen van een dildo altijd een nieuw
condoom. Bij orale seks (contact tussen mond en geslachtsdelen: pijpen of beffen) geeft een condoom of een beflapje bescherming.
 
Wat zijn mogelijke verschijnselen van een soa?
Van sommige soa merkt u niets of lange tijd niets. De volgende verschijnselen kunnen wijzen op een soa:
Bij de vrouw
• ongewone vaginale afscheiding (overvloedig, geelgroen of sterk ruikend);
• zweer(tjes), wratten of branderige blaasjes op de schaamlippen en de vagina;
• vaginaal bloedverlies na geslachtsgemeenschap (contactbloeding) of tussen de menstruaties;
• pijn in de onderbuik;
Bij de man
• zweer(tjes), wratten of blaasjes op de penis of eikel;
• pus of waterig vocht uit de plasbuis (druiper);
Bij beiden
• wratten of zweertjes bij de anus, pijnlijk (branderig) plassen, pijnlijke anus, geelzucht, opgezette klieren in de liezen, jeuk in het schaamhaar.

Wanneer contact opnemen?
Als u denkt dat u misschien een soa heeft of als u zeker wilt weten dat u geen soa heeft, neem dan contact op met de praktijk of met een
soa-polikliniek. Dan kunt u zich hierop laten onderzoeken, bijvoorbeeld met een urinetest of door wat afscheiding van de vagina of plasbuis te laten afnemen. Sommige soa kunnen alleen door een
bloedtest worden aangetoond.
Het is dan verstandig veilig te vrijen tot u zeker weet dat u geen soa heeft of hiervoor behandeld bent. Hetzelfde geldt voor uw partner(s). De meeste soa zijn goed te behandelen als ze tijdig worden
ontdekt. Als blijkt dat u een soa heeft, is het van belang (vroegere) partners te informeren zodat ook zij zich kunnen laten testen en eventueel behandelen.

Kijk voor meer informatie in de Patiëntenbrieven van het Nederlands Huisartsen Genootschap:
Soa algemeen
Testen op Soa?
Chlamydia
Trichomonas
Gonorroe (druiper)
Herpes genitalis

Genitale wratten
Syfilis
Hiv
Schaamluis
U kunt ook terecht bij Soa Aids Nederland: www.soaaids.nl

Bron: NHG, mei 2005

Blaasontsteking

Een blaasontsteking wordt meestal door bacteriën veroorzaakt. Bacteriën komen via de plasbuis de blaas binnen. Omdat de plasbuis bij vrouwen korter is dan bij mannen, krijgen vrouwen
gemakkelijker een blaasontsteking. Tijdens het vrijen kunnen bacteriën in de plasbuis van de vrouw komen. Daarom krijgen vrouwen soms een blaasontsteking na het vrijen.

Wat zijn de verschijnselen?
U voelt vaker aandrang om te plassen, maar per keer plast u minder. De aandrang op zich kan al pijn doen. Het plassen doet pijn of geeft een
branderig gevoel. U kunt ook pijn hebben in uw onderbuik of rug. De plas kan troebel zijn of er kan bloed in zitten. Bij een blaasontsteking heeft u geen koorts, hooguit wat verhoging.

Hoe wordt het aangetoond?
Een urineonderzoek op de praktijk is vaak voldoende om de ontsteking aan te tonen. De uitslag is meestal snel bekend. Voor het opvangen van de urine zijn geen speciale maatregelen nodig. Gebruik bij
voorkeur de ochtendurine. Vang de urine op in een schoon potje en sluit dit goed af. Breng de urine binnen twee uur naar de praktijk. Bewaar het potje in de koelkast als u het pas later kunt brengen,
maar breng het altijd binnen een dag.

Adviezen
U kunt enkele maatregelen nemen om te voorkomen dat bacteriën zich in uw blaas ophopen. Zorg dat u veel drinkt. Stel het plassen niet onnodig uit, maar ga als u aandrang voelt naar het toilet.
Plas de blaas helemaal leeg. Vrouwen die vaak een blaasontsteking hebben, wordt aangeraden na het vrijen te plassen. Bacteriën die tijdens het vrijen in de plasbuis zijn gekomen, plast u dan
snel weer uit. Het innemen van cranberryproducten (bijvoorbeeld cranberrysap) kan soms helpen om een blaasontsteking te voorkomen.

Medicijnen
Een blaasontsteking kan vanzelf overgaan. Meestal krijgt u antibiotica om de bacteriën te bestrijden. Dan kan de ontsteking snel genezen. Ook is er dan minder kans dat de ontsteking zich
uitbreidt naar het nierbekken of bij mannen naar de prostaat. Maak de kuur altijd af, ook al heeft u geen klachten meer. Anders kunnen bacteriën in de blaas achterblijven en opnieuw een
ontsteking veroorzaken.

Lees voor meer informatie de NHG-Patiëntenbrieven over Urineweginfecties:
Blaasontsteking
Blaasontsteking bij het kind
Plasbuisontsteking bij de man

Prostaatontsteking
Nierbekkenontsteking

Bron: Nederlands Huisartsen Genootschap, augustus 2005

« Previous Page
Next Page »
  • a
  • a
  • a
print

Contact

Spoednummer 0418-582492

Huisartspraktijk Herwijnen J. Boone, huisarts

Zworrelstraat 81
4171 AH HERWIJNEN
Telefoon:
0418-581250
apotheek@hapherwijnen.nl
administratie@hapherwijnen.nl

Patiëntportaal nieuw

patportaal

Uw zorg online

AHC

  • Privacyverklaring
  • Cookiewetgeving
  • Beheer

© 2025 Huisartspraktijk Herwijnen J. Boone, huisarts